Fotograaf Yousif Al Shewaili (21) woont als vluchteling op Lesbos. Met zijn camera legt hij de onmenselijke omstandigheden vast in kamp Moria en wil hij de wereld wakker schudden: dit kan zo niet langer.

‘“De Griekse overheid wil ons dood maken tijdens deze coronatijd”, zegt een vluchteling die ik fotografeer in kamp Moria. De man is al op leeftijd en heeft meerdere ziektes, waaronder luchtwegklachten. Eerst hoefden ouderen en zieken nooit in de rij voor een maaltijd te staan. Ineens is die regel afgeschaft en moet deze meneer elke dag zijn eigen eten halen. Drie uur per maaltijd, negen uur per dag, hutje mutje in de rij staan. Waarom? Ik weet het niet. Ouderen hebben nu toch juist extra bescherming nodig?’

‘‘Ook al mag ik niet fotograferen in het kamp en kan ik in de gevangenis belanden, de wereld moet weten wat hier gebeurt.’’

‘Tweeënhalf jaar geleden arriveerde ik als vluchteling in het kamp en zag de barre omstandigheden waarin mensen leven. Ik besloot de verhalen van vluchtelingen te fotograferen. Ook al mag dit niet en kan ik in de gevangenis belanden, de wereld moet weten wat hier gebeurt. Inmiddels huur ik een huis in het centrum. Mijn aanvraag voor een verblijfsvergunning is goedgekeurd en ik wacht tot ik mijn vingerafdrukken mag zetten voor mijn paspoort. In de tussentijd zet ik mijn missie voort.’

‘Omdat ik niet meer in het kamp woon, is fotograferen binnen de hekken moeilijker geworden. Halverwege maart kwam er een lockdown voor de 21.000 vluchtelingen: niemand mag er meer in of uit. Behalve als je een verwijzing hebt voor de dokter. Onlangs ontsnapten 200 vluchtelingen uit het kamp om hun salaris van 90 euro per week te pinnen in het centrum, zodat ze beschermings- en levensmiddelen kunnen kopen. De UNHCR kreeg hier weet van en blokkeerde de pinpassen, zodat ze die niet meer kunnen gebruiken. Ze zitten vast.’

‘‘De lockdown zorgt voor spanningen: er is gebrekkige hygiëne binnen de hekken, geen supermarkt, geen apotheek en pinautomaat en niemand heeft mondkapjes of handschoenen.’’

‘Bij de ingang van het kamp staat een politie-checkpoint. Maar ik sluip soms via het heuvelachtige gebied naar binnen om foto’s te maken. Ik zie hoe de lockdown hier voor problemen zorgt. Ook al is corona nog niet gesignaleerd, de kampbewoners raken in paniek. Ze kunnen moeilijk hun eigen hygiëne waarborgen: water kan je alleen tussen 9 en 10 uur ’s ochtends aftappen en velen gebruiken dezelfde vervuilde wc . Er is geen supermarkt, geen apotheek en pinautomaat en niemand heeft mondkapjes of handschoenen. Vooral die mondkapjes zijn nodig. Afstand houden is onmogelijk.’

‘‘Ik overleefde Irak en de boottocht naar Griekenland, maar dit kamp heeft me kapotgemaakt. ’s Nachts houden nachtmerries me wakker.’’

‘Drie jaar geleden vluchtte ik uit Irak, omdat ik op de dodenlijst van een terroristische organisatie sta. Ik overleefde Irak en de boottocht naar Griekenland, maar dit kamp heeft me kapotgemaakt. Al mijn bezittingen zijn gestolen en ook hier achtervolgt de terroristische organisatie mij. ’s Nachts houden nachtmerries me wakker. En ik ben niet de enige. Vele vluchtelingen zijn verscheurd.’

‘Mijn droom is dat alle vluchtelingen het kamp kunnen verlaten. Op een dag hoop ik een speelfilm over Moria te maken, waarin de ellende wordt verteld door een liefdesverhaal. Het moet laagdrempelig zijn, zodat de boodschap alle lagen van de samenleving bereikt. Want sommige mensen weten niet eens dat dit kamp bestaat. Ik blijf net zolang totdat de beelden van mijn camera de wereld wakker schudden. Daarna verlaat ik het eiland en kom ik nooit meer terug.’

Deel dit verhaal