Suzanne Bleker (33) is in opleiding tot internist. Ze werkt op de Spoedeisende Hulp van het Amsterdam UMC, locatie AMC.

‘“Dus, eigenlijk geven jullie mijn moeder nu op?”, vroeg een man. Zijn moeder was mijn eerste coronapatiënt op de Spoedeisende Hulp. Een oudere vrouw. Ik probeerde hem uit te leggen dat we er álles aan zouden doen om zijn moeder te redden, maar dat ze waarschijnlijk niet meer de spierkracht bezat om drie weken beademing op de ic te overleven. Gelukkig overleefde de vrouw het virus. Ze had uiteindelijk niet zoveel zuurstof nodig. Maar het gesprek zal me wel bijblijven.’

‘‘In drie dagen tijd zag ik het ziekenhuis compleet veranderen.’’

‘Met iedere patiënt die opgenomen wordt, voer ik soortgelijke gesprekken: “Wilt u gereanimeerd worden? Wilt u aan de beademing?” Ik beoordeel patiënten op het virus, zorg voor ze op de corona-afdeling of stuur ze door naar de ic. Je kan ons de poortwachters van het ziekenhuis noemen.’

‘In het begin was het zoeken naar de juiste weg. In drie dagen tijd zag ik het ziekenhuis compleet veranderen. Op 10 maart was de sfeer nog ontspannen, kort daarna werd de eerste corona-patiënt opgenomen en begon de overdracht met de serieuze woorden: “Het is begonnen nu.” Operaties werden afgezegd, we kregen coronatrainingen over beschermende kleding en virussymptomen en maakten razendsnel instructiefilmpjes voor onze collega’s. Het was druk, maar de golf bleef behapbaar. We hadden altijd nog wel plek op de inmiddels uitgebreide ic en bleven in-control.’

‘’Ik begrijp dat de maatregelen versoepeld worden. De sterftecijfers dalen en quarantaine kan niet eeuwig doorgaan.’’

‘Eerst pakte ik altijd de auto naar mijn werk en bedacht ik smoesjes om niet drie kwartier te hoeven fietsen. Maar sinds de sportscholen dicht zijn, fiets ik bijna elke dag naar het ziekenhuis. Ik vind het heerlijk. De weilanden aan de rechterkant, de snelweg aan de linkerkant. Daar kan ik de spanningen van de dag van me afschudden. Ik begrijp dat de maatregelen versoepeld worden. De sterftecijfers dalen en de quarantaine kan niet eeuwig doorgaan. Maar de beelden van de stampvolle parken vind ik wel bedroevend en naïef.’

‘Zelf was ik, vooral in het begin, voorzichtig met afspreken. Inmiddels zie ik af en toe wat vrienden. Het zit in de menselijke aard om samen te zijn. Maar toch: ik heb gezien wat de ziekte doet met patiënten. Ook met jongeren. Daarom voelt het soms tegenstrijdig. Ik weet niet of er een tweede golf komt. Maar áls die komt, dan staat de infrastructuur in het AMC klaar. We doen het samen, daar ben ik trots op.’

‘’Het zit in de menselijke aard om samen te zijn. Maar toch: ik heb gezien wat de ziekte doet met patiënten.’’

Deel dit verhaal