Judith Kraaijeveld (74) is wijkverpleegkundige voor Evita zorg in Benoordenhout, Den Haag. Ze heeft twaalf cliënten die ze regelmatig thuis bezoekt.
‘Ik rijd in een Fiat cabrio, echt zo’n scheurbak. Toen de terrasjes opengingen ben ik met een van mijn cliënten een ritje gaan maken. Ze is een oudere vrouw met Alzheimer. Eerst gingen we ergens lunchen. Normaal eet ze heel slecht maar nu gingen er twee kroketten naar binnen. Daarna zijn we naar de vlindertuin gegaan. Ze leefde helemaal op en zei: “Wat heb ik een geweldige dag gehad.” We waren maar twee uurtjes weggeweest, maar het deed haar zo goed. Eindelijk even eruit.

‘Ik draag een masker en handschoenen en houd anderhalve meter afstand. ’
‘Al 55 jaar werk ik als wijkverpleegkundige. Ik heb ongeveer twaalf cliënten onder mijn hoede. De meeste zijn chronisch ziek, sommige terminaal. Gedurende de hele coronacrisis ben ik ze blijven bezoeken. Ik draag een masker, handschoenen en soms een schort. En ik houd anderhalve meter afstand. Dat is soms lastig, vooral voor degenen die niet snappen wat er aan de hand is. Een cliënt met Alzheimer bleef maar zeggen: “Waarom doe je die spullen aan? Dat doe je nooit. Ik kan je zo niet zien.”

‘Een cliënt met Alzheimer bleef maar zeggen: Waarom doe je die spullen aan? Ik kan je zo niet zien.’
‘Ik houd van mensen. En van zorgen. Ik ben heel knuffelig maar nu kan ik geen knuffels meer geven. Toch ben ik blij dat ik mijn werk gewoon kan blijven doen. Als ik de neiging heb dat kapje eraf te halen, dan zeg ik tegen mezelf: nog even volhouden nu, kom op. Het gaat erom dat ik er voor mijn cliënten kan zijn. Dat ik ze kan begeleiden en verzorgen, dat ik ze een gevoel van veiligheid kan geven, maar vooral dat ik naar ze kan luisteren. Dat is het allerbelangrijkst. Als ik daarvoor een kapje op moet, dan moet dat maar.


‘Je mot niet te veel nadenken, je mot het gewoon doen,” is mijn motto. ‘Je moet je spontaniteit behouden, anders houd je dit werk niet vol. ’
‘”Je mot niet te veel nadenken, je mot het gewoon doen,” is mijn motto. Zelf heb ik geen angst om besmet te worden. Ik heb zoveel gezien en meegemaakt in mijn leven, van zo’n virus word ik niet bang. Natuurlijk is het belangrijk alert te zijn en de maatregelen te volgen, maar je moet wel je spontaniteit behouden, anders houd je dit werk niet vol. Zo’n uitje met een cliënt behoort niet tot mijn takenpakket, maar vind ik minstens zo waardevol. Ik krijg er net zoveel vreugde van als die mevrouw. Toch maak ik me zorgen over de toekomst. In het begin keken we allemaal naar elkaar en hielden we afstand. Nu is de sfeer losser en vrijer. Een tweede golf valt volgens mij niet te voorkomen. Maar of iedereen dan weer braaf een lockdown accepteert?’

Deel dit verhaal