Harry Brockhus (68), stuurt dagelijks een digitale nieuwsbrief naar buurtgenoten. ‘Voor sommigen is dit het enige lijntje naar sociaal contact.’

‘Ik schreef een gedichtje over deze tijd. Er stond in dat we allemaal zo’n dunne huid hebben gekregen. Dat we niet meer worden aangeraakt en daardoor extra gevoelig kunnen zijn. Een lezer van de nieuwsbrief mailde me dat zij voor het eerst in deze Coronacrisis kon huilen toen ze het las. Ze bedankte me. “Het luchtte enorm op,” schreef ze.

‘Na de beroemde persconferentie op 13 maart dacht ik: hoe kunnen we zorgen dat buurtgenoten contact blijven houden met elkaar?’

‘Ik woon in Amsterdam-Zuid en ben als vrijwilliger actief in buurthuis De Coenen. We organiseren van alles: gespreksavonden, spelletjesmiddagen, diners. Na de beroemde persconferentie op 13 maart dachten we: wat nu? Hoe kunnen we zorgen dat buurtgenoten contact blijven houden met elkaar? We besloten een digitale nieuwsbrief op te zetten: de Coener Courant, oftewel CC. Die sturen we naar zo’n 80 vrijwilligers en vaste gasten van het buurthuis. In het begin dagelijks, nu alles weer langzaam opengaat nog drie keer per week.

‘Een vrouw stuurde een foto uit de jaren ’80, van haar kinderen die op Koninginnedag spulletjes verkochten bij het plantsoentje hier om de hoek’

‘Samen met buurtgenoten Anneke en Martin vorm ik de redactie. Lezers kunnen een bijdrage insturen en soms doen we oproepjes. Zo vroegen we lezers bijzondere foto’s te delen en het verhaal erbij te vertellen. Een vrouw stuurde een foto uit de jaren ’80, van haar kinderen die op Koninginnedag spulletjes verkochten bij het plantsoentje hier om de hoek. Een wat oudere man beschreef wat hij tijdens zijn dagelijkse ommetje zoal tegenkomt. Het zijn kleine tekentjes van leven, maar ze zijn zo belangrijk. Voor sommige lezers is de nieuwsbrief het enige lijntje naar sociaal contact.

‘Het zijn kleine tekentjes van leven, maar ze zijn zo belangrijk. Je voelt je gelukkiger als je in verbinding staat met de wijk’

‘Je voelt je simpelweg gelukkiger als je in verbinding staat met de wijk. Toen ik hier net kwam wonen vond ik het buurthuis maar suf. Ik kende alleen de buren uit mijn eigen trappenhuis, de rest leek me een stelletje oude zeikerds. Dat veranderde in 2015, toen de woningbouwvereniging voorstelde drie woningen beschikbaar te stellen aan vluchtelingen. 75 procent van de bewoners stemde voor. Ik dacht: misschien zijn mijn buren toch niet zo verkeerd. Ook over het buurthuis heb ik mijn vooroordelen opzijgeschoven. Nu ken ik de helft van de mensen die ik tegenkom op straat. Veel leuker.’

Deel dit verhaal