Dominique de Vries Schultink (29) is uitvaartondernemer bij het door haarzelf opgerichte Duivenvoorde Uitvaartzorg in Voorschoten. Ze probeert haar weg te vinden in alle maatregelen om toch een waardig afscheid te kunnen geven aan nabestaanden.

‘Een nabestaande barst in tranen uit als ik hem vraag of hij zo ver is om naar de begraafplaats te gaan. Hij staat alleen. Iedereen kijkt naar hem, niemand doet iets. Of eigenlijk: kán niets. Zijn vrouw is net overleden aan het coronavirus en de man kan ook besmet zijn. Dit breekt mijn hart. Voor mij is er een grens aan het naleven van de regels. Ik geef hem een glaasje water. Zo kan ik toch iets doen. Daarna desinfecteer ik wel even mijn handen.’

‘‘Tegelijkertijd bied ik troost aan de familie. Dat gaat nu anders. Ik kan niet meer even die hand op iemands arm leggen.’’

‘Vier jaar geleden begon ik als uitvaartondernemer en richtte ik Duivenvoorde op. De eerste zorg gaat uit naar de overledenen. Daarna bespreek en regel ik de uitvaartwensen. Tegelijkertijd bied ik troost aan de familie, een belangrijk onderdeel van mijn werk. Dat gaat nu anders. Ik kan niet meer even die hand op iemands arm leggen. Het afstandelijke zorgt voor extra verdriet. En dat niet alleen: nabestaanden mogen niet helpen met de laatste verzorging, niet meerijden met rouwauto en er mogen maximaal dertig personen aanwezig zijn bij de uitvaart.’

‘‘Bij de uitvaart van een jonge man vormden tientallen mensen een erehaag, staken vuurwerk af en applaudisseerden. Ik kreeg er kippenvel van.’’

‘Desondanks zie ik veel creativiteit om toch een waardig afscheid te geven. Een drive-through uitvaart, waar mensen vanuit de auto afscheid kunnen nemen en even oogcontact hebben met de familie. Anderen leggen bloemen neer op lege stoelen of vragen in de rouwkaart een steentje achter te laten op het graf. Als laatste groet. En bij de uitvaart van een jonge man vormden tientallen mensen een erehaag, staken vuurwerk af en applaudisseerden. Ik kreeg er kippenvel van.’

‘Vanaf 1 juli zijn er weer nieuwe regels voor uitvaarten. Hoe meer er weer mag, hoe moeilijker het is om een weg te vinden in de regelgeving. Het is continu schakelen. Een voorbeeld is die erehaag. Eerst mocht het wel, dan weer niet. Of het mag wel in de ene gemeente en niet in de andere. Ook zijn de regels niet bij iedereen bekend of duidelijk. Zo zei een huisarts tegen een familie dat de kist meteen na overlijden gesloten moest worden. Dat is helemaal niet waar. De familie schrok natuurlijk. Ik zei dat ze hem best kunnen aanraken, maar dan wel even handschoenen aan moeten doen. En geef liever geen kus op het voorhoofd.’

‘‘Ik zeg dat ze hem best kunnen aanraken, maar dan wel even handschoenen aan moeten doen. En geef liever geen kus op het voorhoofd.’’

Deel dit verhaal